Zaterdag 28 maart 2020

Ontleding van de Duitse ziel

Het stond met rood omcirkeld in mijn agenda. Donderdag negentien maart zou ik naar de expositie van Anselm Kiefer in museum Voorlinden gaan. Kiefer is absoluut één van mij favoriete kunstenaars en zijn werk een enorme bron van inspiratie. Helaas, een virus wat over de wereld raast gooide roet in het eten en ik zal het dus nog even met de foto's van de tentoonstelling en met herinneringen van de keren dat ik oog in oog met zijn werk stond moeten doen. Ik had graag een verslag van mijn bezoek aan deze tentoonstelling getypt maar in plaats daarvan is het een analyse van zijn ideeën en van zijn invloed op mij geworden.

Het is nog altijd even slikken als je het vroege werk van Kiefer ziet. Vooral als het gaat om de foto’s waar hij wereldwijde bekendheid mee vergaarde. Op de foto’s zien we de kunstenaar een Hitlergroet brengen op locaties die belangrijk waren tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij maakte dit werk als reactie op het feit dat veel landgenoten zwegen over de oorlog. Kiefer was als het ware voorbestemd om zich zijn leven lang te verdiepen in de duistere ziel van zijn landgenoten. Anselm Kiefer wordt in 1945, twee maanden voor het einde van de Tweede Wereldoorlog, geboren in een katholiek gezin in een stadje in het Zwarte Woud. Op school wordt er weinig over het oorlogsverleden gesproken, het Wirtschaftswunder heeft absolute voorrang. Maar Kiefer wil wél graven in het verleden, zo diep hij kan, tot alle wortels blootliggen. Na een valse start als rechten- en literatuurstudent komt hij in Düsseldorf op de academie terecht bij Joseph Beuys, die zich eveneens verzet tegen het “geheugenverlies” van zijn landgenoten. Kiefers eerste artistieke uitingen hebben een hoog provocatiegehalte. De commotie die deze beelden veroorzaakt, is groot. Kiefer wordt van neonazisme beschuldigd. Toch heeft de kunstenaar geheel andere motieven. Hij tracht de onverschilligheid rond het oorlogsverleden van zijn land te doorbreken. Op deze vroege schilderijen roept hij ook de helden uit de Germaanse mythologie op. Hij maakt zo de link tussen het romantische ideaal van de natie en de latere uitwassen met de gekende dramatische gevolgen. Vooral de werken ‘Margarete en Shulamith’ die hij maakte naar aanleiding van een gedicht van Paul Celan inspireren mij. Het gedicht van de Roemeen Paul Celan heet ‘Todesfuge’ en refereert respectievelijk aan een Duitse Nazie vrouw, Margarete en een Joodse gevangene, Shulamith. Celan was zelf de enige Holocaust overlever binnen zijn familie. In 1970 pleegde Celan op negenenveertig jarige leeftijd alsnog zelfmoord.

De reden dat Kiefer zich zorgen maakt over het geheugenverlies van zijn landgenoten is dezelfde als waar ik me zorgen om maak, namelijk om het feit dat ik er niet gerust op ben dat het nooit weer zal gebeuren. De tweede wereldoorlog ken ik alleen van plaatjes, van beelden van onuitwisbare verschrikkingen. Dit was het hart der duisternis. Zulke gruwelheden zouden onvoorstelbaar moeten zijn. “Nooit meer!” riepen we toen. Toch zijn die beelden vervaagd en vervangen door nieuwe beelden van wreedheden. Waar ik me het meeste zorgen om maak is wat ik om me heen zie gebeuren. Hoe in onze westerse welvarende samenleving het gevoel van onbehagen wordt opgedrongen. Dit gevoel van onbehagen beheerst het politieke debat. Ontevreden burgers verliezen het vertrouwen in de politieke elite. Men zoekt naar populistische alternatieven die inspelen op het onderbuik gevoel van die burgers. Eén van de belangrijkste kenmerken van het fascisme hebben deze populisten gemeen en dat is het opvoeren van een zondebok die schuldig is aan alles wat ons dat gevoel van onbehagen geeft. Andere kenmerken van het fascisme zijn dat het een sterk populistisch en nationalistisch karakter heeft. De nadruk ligt op nationale symbolen en tradities. Als ik naar ons eigen land kijk en zie hoeveel navolging politici als Geert Wilders en Thierry Baudet krijgen vind ik dat absoluut beangstigend en moet ik meteen aan het vroege werk van Kiefer denken: ‘Mensen vergeet het verleden alstublieft niet’. Eerst lijken de ideologieën van de populist te absurd om navolging te krijgen maar vervolgens worden deze absurditeiten zo onderdeel van ons bestaan dat je vergeet hoe absurd ze eigenlijk zijn. Voor je het weet voer je jaarlijks een discussie over zwarte Piet.

Door Tjeerd Zwinkels