Freud in het kort

Sigmund Freud was een denker die ons hielp te begrijpen waarom onze levens en relaties vol verwarring zitten. Hij leerde ons waarom het leven zwaar is en hoe we daar mee om moeten gaan. Freud was ondanks zijn succes zelf vaak ongelukkig. Hij beschouwde zichzelf dan ook als zijn belangrijkste patiënt.

Freud stelde dat we allemaal worden gedreven door het lustprincipe , die ons eenvoudige fysieke en emotionele beloningen geeft en ons weg houdt van onaangename dingen zoals somberheid en discipline. Als zuigelingen worden we niet zozeer geleid door het lustprincipe betoogde Freud maar als we ons geen beperkingen opleggen ten aanzien van ons lustprincipe dan kan dit tot gevaarlijke en roekeloze situaties leiden in ons volwassen leven zoals bijvoorbeeld; nooit meer werken of veel te veel eten of vanuit Freud’s oogpunt misschien wel het meest beruchte; seks hebben met je eigen familieleden. We moeten ons aanpassen aan wat Freud het realiteitsprincipe noemt. Hoewel we allemaal moeten buigen voor het realiteitsprincipe, geloofde Freud dat er goede en slechte aanpassingen bestonden. Hij riep de problematische gevallen van aanpassing uit tot neurosen. Neurosen zijn het resultaat van slechte vormen van onderdrukking ten aanzien van het lustprincipe. Freud beschreef een conflict tussen de drie delen van onze geest. De ID , gedreven door het lustprincipe, het superego , gedreven door wil om het juiste te doen volgens de wetten van de maatschappij, en het ego die als het waren moet bemiddelen tussen deze twee. Om deze dynamiek beter te begrijpen drong Freud er op aan om terug te gaan naar de oorsprong van onze neurosen in onze kindertijd. Als we oproeien gaan we eerst door wat Freud noemt; de orale fase , waarin we omgaan met alle gevoelens die te maken hebben met inname en eten. Als onze ouders niet oppassen kunnen we hier allerlei neurosen opdoen. We kunnen genoegdoening halen uit het weigeren van eten of voedsel gebruiken om ons te kalmeren, comfortfood. Daarna komt; de anale fase . We noemen dit ook wel de fase waarin we leren zinnelijk te worden. In deze fase vertellen onze ouders wat we wel en niet mogen. Dit is tevens ook de fase waarin we testen wat de grenzen zijn aan het ondermijnen van het ouderlijkgezag. Ook hier geldt dat als dit fout gaat en we dus niet gevoelig zijn voor de autoriteit van onze ouders of niet inzien dat dit voor onze eigen bestwil is dat ook dit voor problemen kan gaan zorgen in ons volwassen leven. Zo kunnen we bijvoorbeeld onze ontlasting in gaan houden uit verzet, wat ertoe kan leiden dat we later als volwassenen moeilijk in staat zijn om te delen of om onszelf over te geven. Daarna komt de fallische fase . Die duurt ongeveer tot het zesde levensjaar. Freud shockeerde zijn tijdgenoten door te stellen dat kinderen ook seksuele gevoelens hebben. Kinderen richten in de fallische fase die gevoelens naar hun ouders. Zij zijn voorhanden en hebben ook nog onvoorwaardelijke liefde voor het kind. Dit is natuurlijk Freud’s welbekende Oedipuscomplex . We zouden onbewust voorbestemd zijn om de ene ouder lief te hebben en de andere te haten. Dit leidt tot jaloezie en woede maar ook tot schuld en schaamte vanwege deze woede. Dit kan op haar beurt later weer leiden tot verstoord gedrag bij het aangaan van liefdes relaties. Omdat we in deze fase leren dat liefde en seksualiteit gescheiden moeten blijven komt het vaak voor dat hoe meer we van iemand gaan houden, hoe minder prominent de rol van seks zal zijn. Hier gaat namelijk de intensiteit van de liefde lijken op de liefde die je voor je moeder of vader voelt.

Freud stelt dat de maatschappij ons wel veel dingen biedt maar ons ook veel dingen oplegt. We worden geacht maar één partner te hebben, incest mag niet en we moeten werken voor ons geld. We worden geacht al onze directe verlangens te onderdrukken. Volgens Freud zijn maatschappijen zelf neurotisch. Zo functioneren ze en daarom zijn er ook constant oorlogen en andere politieke problemen.

Freud ontwikkelde een behandeling voor al deze neurosen en zo kwam hij met de psychanalyse. Hij dacht dat met een goede analyse hij kon achterhalen wat er speelde en dat men zo in staat zou zijn om zich aan te passen aan de moeilijkheden waar zij mee te maken hadden. In zijn sessies analyseerde Freud een aantal dingen zoals dromen die hij zag als wensvervullingen. Daarnaast keek hij ook naar versprekingen. Hier komt de term Freudiaanse verspreking vandaan.

Door Tjeerd Zwinkels